Op deze avond wordt een avondgebed gezongen, ook wel vespers genoemd. De term vespers komt van het Latijnse woord vespera dat avond betekent. Vanouds hebben christenen de verschillende uren van de dag geheiligd door gebed. De belangrijkste gebedstijden waren daarbij de ochtend en de avond. Het avondgebed wordt gebeden als de avond valt en de dag ten einde loopt. Het avondgebed maakt deel uit van het zogenaamde getijdengebed. In het christelijke kloosterleven was behoefte aan een strikt gebedsritme om de dag en de nacht te structureren en dat gebeurde en gebeurt nog steeds door de dag en de nacht in te delen in gebedsuren. Het avondgebed is dus één van de kloostergebedsuren, en het avondgebed heeft ook in de kerk een plaats gekregen.
De Psalmen als hart van de vesper
De psalmen vormen het hart van het getijdengebed, in één week tijd worden volgens een bepaald rooster alle psalmen gezongen. In een jaar tijd wordt in de kloosters de hele bijbel gelezen. Het zingen van de psalmen gaat op een andere manier dan wij gewend zijn, in het avondgebed worden de psalmen gereciteerd. Deze manier van zingen wordt ook wel psalmodie genoemd, er wordt gezongen volgens een bepaalde "melodische formule". Psalm 4, een psalm waarmee we de nacht in kunnen gaan, wordt gereciteerd op een eenvoudige zich steeds herhalende melodie. Psalm 142 wordt in ons avondgebed gereciteerd als een Engelse chant: elk psalmvers vierstemmig volgens een bepaalde harmonische formule. Deze manier van zingen kennen we uit de Engelse traditie van de evensong, die momenteel in Nederland zeer in zwang is geraakt.
Licht van Christus
In het avondgebed wordt ook gebeden om het licht van Christus' komst. De zon gaat weliswaar onder, maar het licht van Christus blijft schijnen in de wereld. Het avondlied NLB 261 "Licht verlaat ons niet" van Verdaasdonk en getoonzet door De Klerk zingt van "in het donker groeit het licht" en "door de Geest zien wij het licht". Een vast lied binnen het avondgebed is de Lofzang van Maria, het Magnificat, dat gezongen wordt na de schriftlezing. De tekst van dit Magnificat komt uit Lucas 2, 46-55. Bij de inleiding op de gebeden wordt gezongen "Heer, laat mijn woorden stijgen als wierook omhoog voor uw aangezicht. Dat mijn gebeden, mijn opgeheven handen, voor u als een reukoffer zijn", deze tekst komt uit Psalm 141. Het hele avondgebed bestaat uit Bijbelteksten, voor een deel gelezen en vooral gezongen.
Sietze Kaldeway
Banner tonen
Banner verbergen
